INLEIDING

OPDRACHT

WERKWIJZE

INFOBRONNEN

BEOORDELING

REFLECTIE

1. Je gaat nu de testjes maken. Bij elke test staat aangegeven wat je moet doen.

• Eigenschappen
• Capaciteiten
• Wat vind je belangrijk?
• Beroepen

2. Na elke test vul je het verzamelformulier in.

Op dit formulier neem je van de testformulieren de volgende gegevens over:

• je vijf meest kenmerkende eigenschappen;
• wat je sterke en zwakke punten zijn;
• vijf dingen die jij belangrijk vindt in je latere beroep;
• wat jij op dit moment de vijf aantrekkelijkste beroepen vindt.

3. Je gaat vervolgens aan het werk in een groepje van vier. Je groepje krijgt kaartjes van twaalf beroepen en kaartjes met eigenschappen en/of capaciteiten. Het is de bedoeling om beroepen en eigenschappen bij elkaar te zoeken. Dit helpt je om te zien welke eigenschappen je nodig hebt voor een bepaald beroep.

4. Ten slotte ga je elkaar advies geven. Geef elke leerling in jouw groepje een advies en schrijf dit op zijn/haar formulier. Natuurlijk leg je ook uit waarom je een bepaald beroep geschikt voor iemand vindt.

DOCENTENHANDLEIDING